OVER MEZELF

Over mezelf

Toen ik zeven jaar was, kreeg ik een mondharmonica voor mijn verjaardag. Het was een kleine Hohner Bravo, een type dat veel mensen wel kennen. Het had een dubbele rij gaatjes waar van die mooie zwevende tonen uitkwamen. Het eerste wat ik erop speelde was ‘Vader Jacob’. Het tweede was psalm 42, voor velen een beroemde psalm. Alleen … één toon zat er niet op. Hoe dat kan, leg ik uit in mijn lessen.

Twaalf jaar

Toen ik twaalf was, vroeg ik voor Sinterklaas een nieuwe mondharmonica. Ik kreeg er één van chocolade met een plagerig gedicht erbij. Ik kon er niet om lachen: mijn Sinterklaas was me grondig tegengevallen. Toen iedereen alle cadeaus had uitgepakt, bleek er onderin de doos nog een klein pakje te zitten: een nieuwe Hohner Bravo, iets groter zelfs dan de oude. Ik was weer de koning te rijk: wekenlang ging hij mee in de schooltas. Ik speelde liedjes die ik op school geleerd had.

Zeventien jaar

Vijf jaar later kocht ik een grote Hohner Bravo van zelf verdiend geld. Ik heb hem nog. Onderop de doos staat de prijs f. 7,50. Dat was toen een boel geld. Tegenwoordig kost dat type al gauw € 60. Mijn repertoire bestond uit Nederlandse en Duitse volksliedjes.

Eenentwintig jaar

Op zeker moment ontdekte ik bij een vriend de blues. Hij speelde piano en er stonden ook altijd wel een paar gitaren. Op een versterker lagen een paar kleine mondharmonicaatjes die geen dubbele rij gaatjes hadden: bluesharpjes. Het was even wennen, maar vanaf die tijd speel ik de blues.
En toen ik leerde wat cross harp spelen is, was ik helemaal verkocht. Cross harp is iets wat op de lessen wordt uitgelegd en geoefend.

Dertig jaar

Pas vanaf ongeveer mijn dertigste ben ik in bands gaan spelen. Vaak vijf- à zes mans formaties, zoals in Joe’s Café. Voor een indruk, klik hier. Maar het meeste plezier heb ik vijftien jaar lang gehad met mijn Schotse vriend Norman Clement in het duo Little Red Walter & The Flying Scotsman. Voor een voorbeeld, klik hier.

Gek op de mondharmonica

De mondharmonica heeft mijn leven dus begeleid. Ik ga nooit van huis zonder eentje op zak. Dat is het leuke van het instrument: het is heel mobiel. Ik ben gek op dat dingetje en draag dat graag op anderen over.